Welkom in Australië

26 februari 2011 - Sydney, Australië

De vlucht van Singapore naar Sydney met de A380 bleek een een enigszins turbulente. Helaas viel het onvolprezen lampje 'gordels aan' aan moment telkens net samen met een gewenst wc-bezoek. Dat moest vervolgens dus steeds weer worden uitgesteld... Minder fijn. Wel een mooie ontdekking was het aanbod van spelletjes in het in-flight entertainment systeem en de skycam, die vanaf boven in de achtervleugel op het vliegtuig neerkijkt. We zagen onszelf nog net niet zitten... We naderden het internationale vliegveld uiteindelijk na meer dan tien uur vliegen met een geweldige zonsondergang op de achtergrond. Die deed de horizon schitterend in felle kleuren oplichtten. Een mooie eerste kennismaking dus met Australië. Het werd allemaal nog gaver toen onze aanvliegroute toevallig net over de Harbour Bridge en het Opera House bleek te leiden. Beiden zagen we tot onze grote verrassing ineens aan de linkerkant onder ons liggen. Een geweldig gezicht. 

Eenmaal aan de grond en met de benodigde douaneformaliteiten afgerond togen we richting stad. Helaas bleek de trein door werkzaamheden niet te rijden en werd het dus weer een (overvolle) bus. Deze zette ons alsnog wel bij het centrale station af. We boekten voor die avond twee bedden op een slaapzaal in een groot hostel in de buurt. Na de goedkope weken in Zuidoost-Azië schrokken we weer ouderwets van de prijzen... Voor nog niet eens het bedrag als wat we nu betaalden sliepen we eerder nachtenlang in een resort. Ik weet het. Dit was natuurlijk wel te verwachten, want Sydney is een grote Westerse stad. En het zou verder op zich ook niet zo'n probleem zijn geweest, ware het niet dat het hier met recht om een muffe slaapfabriek ging. Slecht geleid. Slecht geventileerd. Slecht onderhouden. De lift durfden we na de eerste poging al niet meer in (kraak, piep, kraak, deuren als een horizontale guillotine) en de slaapzaal bleek inderdaad niet veel meer dan dat; een zaal om in te slapen. Het is dat we uitgeput waren van de lange reis...

De eerste volle dag in Sydney trokken we er op uit met de benenwagen en een stukje met de veerboot. Die voer ons onder de Harbour Bridge door en daarna ook langs de Opera House. Het is lastig uit te leggen hoe bizar dat beeld is. Je kent het gebouw natuurlijk van tv, maar beseft dan steeds dat het ontzettend ver van thuis is. En dan sta je er ineens toch zelf voor. We deden het verder rustig aan, maar hebben toch veel van de stad gezien. Waar we inmiddels wel zeker van waren, was dat Sydney ons beiden minder goed lag. Druk, benauwd en gruwelijk duur. Na weer een crappy nacht in een andere slaapfabriek, ditmaal in ieder geval wel nog net met eigen kamer, besloten we daarom om de natuur weer in te gaan. Op ongeveer anderhalf uur ten westen van Sydney liggen de Blue Mountains, een nationaal park en bergketen die een grote schare bezoekers trekken. Een must-do volgens de boekjes. En ook nog eens goed met de trein bereikbaar, dus wat wil een mens nog meer. Het midden in de bergen gelegen plaatsje Katoomba en daar een heel fijn klein hostel (met hele fijne douche) werden daarom onze uitvalsbasis voor een aantal dagen.

Het bleek een verstandige keuze, want we hadden een paar geweldige dagen in de blauwe bergen (inderdaad ook echt een soort van blauw door de zweem in de lucht van de Eucalyptusbomen). Heel veel gelopen, veelal samen met andere gasten uit ons hostel. Het waren leuke internationale gezelschappen met mensen uit Duitsland, India en meer. Onderweg alle bekende dingen gezien, zoals de Three Sisters en de Giant Staircase (hoog en lang, daar was weinig aan gelogen...), maar nog veel meer mooie natuur. Al met al hadden we zo'n fijne tijd in dit gebied dat we oprecht twijfelden toen we de laatste avond in het hostel de vraag kregen of we niet wat langer wilden blijven en dan meewerken in de huishouding voor gratis kost en inwoning. We sloegen het uiteindelijk af omdat we het toch te zonde vonden om alleen dit stuk van Australië maar mee te krijgen. Weken later bleek dit inderdaad een verstandig besluit.

En dus pakten we de trein weer terug naar Sydney en gingen vanaf daar weer verder met onze reis. Maar niet voordat we nog eens terecht waren gekomen in één van onze geliefde hostelfabrieken. Weer een andere en ditmaal op een tien-persoons kamer. Met recht een record (maar om daar nu trots op te zijn...). Gelukkig konden we de tijd op de kamer zoveel mogelijk beperken door vooral veel buiten rond te lopen. 's Avonds op pad dus voor nachtplaatjes en in de ochtend direct weer voor, u raadt het reeds, wat ochtendfoto's. Ondanks dit alles waren we het toch nog niet helemaal zat in de stad en zochten nog even naar een plek voor een tweede overnachting. Na een kleine online marktconsultatie bleken we echter in een periode van grote vraag, maar zeer gering aanbod te zitten. Weinig kans dus. Ook in de nabijgelegen regeringshoofdstad Canberra, een might-do op de vakantielijst, was geen enigszins aantrekkelijk geprijsde en tot op zekere hoogte ook nog comfortabele accommodatie beschikbaar. En dus hadden we weinig andere keus dan toch al richting Melbourne af te reizen.